Het voormalige Rijks HBS is met drie vleugels om een binnenplaats gebouwd in Neogotische stijl van 1887-1889. De ingang ligt op de hoek van het Mgr. Nolensplein en de Sint Martinusstraat op de plek van de oude stadsmuur, welke overigens zichtbaar is gemaakt op de binnenplaats.
Het complex is na opdracht van het Rijk in 1880 in twee fases tot stand gekomen. De vleugel aan het Mgr. Nolensplein en aan de Sint Martinusstraat vormen de kern van het gebouw en zijn gebouwd tussen 1887-1889. Na toestemming van de minister is in 1914 een nieuwe vleugel gerealiseerd welke dwars staat op de vleugel aan de Sint Martinusstraat. De architect van de school was Rijksbouwmeester J. van Lokhorst.
In de tweede wereldoorlog werd het gebouw gevorderd door de Duitsers. Na afloop van de oorlog heeft het gebouw een periode van leegstand en kantoorfunctie gekend. In 1993 is de Rijks HBS ingrijpend gerenoveerd en verbouwd tot appartementen.
Dit prachtige Rijksmonument, Huize Schreurs, is gelegen in de binnenstad van Venlo. Het woonhuis is gebouwd in de vroege Renaissance-stijl, net als het Alt Weishoes, een gebouw dat enkele deuren verderop ligt.
Het woonhuis zal rond 1588 gebouwd zijn en is gerestaureerd in 1993. In het midden van het gebouw is het wapen van familie Oeijen-Boener aangebracht; een van de voormalige bewoners. Ook in de geveltop is een bijzonderheid te vinden; twee borstbeelden.
Het Julianapark is een echt stadspark aan de rand van het Venlose winkelcentrum. Het is vaak het toneel van (grote) evenementen maar ook zeker een park om even lekker te genieten van de stadse rust. Het park biedt ook een doorgang naar het winkelcentrum met een breed fietspad.
Op de picknickbanken, in het gras of bij de grote fontein is het lekker om even te rusten, te picknicken of bijvoorbeeld te voetballen. In het park ligt ook een speeltuin en staan diverse kunstwerken.
De Keizerstraat in Venlo wordt van oudsher in de volksmond Floddergats genoemd omdat het smalle 16e eeuwse straatje vroeger in een modderpoel veranderde bij een paar spatten regen. Het straatje is gelegen tussen het Dominicanenplein en de Parade en is alleen te voet of per fiets te bezoeken.
De legenda gaat dat Napoleon deze route nam toen hij de menigte op de Parade wilde vermijden. Zijn paard verloor er een hoefijzer en sindsdien heet de straat de Keizerstraat.
De Floddergats voert langs het hek dat de Dominicanenkerk omzoomt. Op het hek heeft de Venlose kunstenaar Ger Janssen köpkes (hoofdjes) geplaatst die op humoristische wijze persoonstyperingen en een aantal uitdrukkingen en liedjes uit het Venloos dialect uitbeelden.
Op een bijzondere plek in Venlo, aan het prachtige historische steegje 'Floddergats' en het Dominicanenplein ligt de bijzondere voormalige Dominicanenkerk.
De voormalige kloosterkerk van de paters Dominicanen is sinds 2005 het decor voor trouwerijen, feesten en partijen, concerten en vergaderingen. Toeristisch Informatiepunt Venlo (gelegen tegenover Domani) organiseert rondleidingen door het gebouw.
Het Schinkemenke is een beeldje van een geharnast persoon met schild. Het uit steen gehakte Schinkemenke werd in 1617 vervaardigd door de beeldhouwer Gregorius Schissler. De naam is waarschijnlijk ontstaan doordat men in het wapen dat het ‘menke’ droeg, een ham meende te zien. Het beeldje stond oorspronkelijk op de Grote Markt. Eind 18e eeuw verhuisde het beeldje naar een nis in de gevel van het stadhuis. Het originele beeldje wordt in het Limburgs Museum bewaard . Op de fontein aan de Kwartelenmarkt staat sinds 1953 een nieuw Schinkemenke. Elk jaar vindt de Schinkemèrt, een braderie, plaats rondom het beeldje van het Schinkemenke.
De Sint Martinuskerk in Venlo is een Gothische kerk (1410-1610). De kerk herbergt waardevolle kunstschatten, waaronder een prachtige gebeeldhouwde barokke preekstoel uit 1701. De kerk heeft een opvallende stadstoren waarin 350.000 bakstenen en 3565 blokken mergel zijn verwerkt. Sinds 1959 klinken elk kwartier klanken uit het 53 klokken tellende carillon van de Sint Martinuskerk.
De kerk is vrij te bezichtigen mits er geen mis opgedragen wordt.
Het klokkenspel van de Venlose Sint Martinuskerk is een bijzonder instrument. Het carillon behoort qua aantal klokken tot de top vijf van Europa. Het is dan ook geen wonder dat beiaardiers van over de hele wereld graag eens de 207 treden van de kerktoren beklimmen voor een optreden.
Venlonaren en bezoekers van de stad krijgen eenmaal per maand gelegenheid om boven in de toren van de St. Martinuskerk te genieten van het uitzicht over de binnenstad, in combinatie met het luisteren naar het zaterdagmiddagconcert van stadsbeiaardier Marcel Siebers. Je kunt tevens een melodie aanvragen om iemand mee te verrassen...
Het Wilhelminapark is gelegen aan de noordzijde van de binnenstad. In 1888 kwam J. Kayser sr. (stadsarchitekt) met een plan voor de aanleg van een park op het Fort Ginkel, onderdeel van de vestingwerken. Kort daarna ontwierp L. R. Rosseels het plan voor het park in de Engelse landschapsstijl. Aan de rand van het park zijn 32 villa’s gebouwd.
Het Wilhelminapark is een typisch stadspark waar door de Venlonaren op een zonnige dag luieren, picknicken en voetballen.
In de Jodenstraat ziet u langs de weg drie prachtige beeldjes van markante Venlose figuren: Pinda Wullem (1882-1953). Tijdens en na WOII verkocht deze Chinees in cafés en danszalen pinda’s. Zijn slogan was: Pienda, pienda, lekka lekka.
Het tweede beeldje is van Lambert Francken (1843), alias Baer de Woers. Hij werkte op de gemeentelijke vuilnisbelt, doste zich soms chique uit en lustte graag een borreltje.
Vervolgens staat er het beeld van Gerard van den Akker (1887). Hij was bekend onder de naam Marokko. Hij zwierf door Europa en droeg een wandelstok bij zich. Daarop had hij medailles en munten uit door hem bezochte landen gespijkerd. Deze stok bevindt zich nu in het Limburgs Museum.
Dit historische bouwwerk in laat-gothische stijl dateert uit 1521 en is gebouwd voor de familie Romer. Deze familie behoorde tot de meest vooraanstaande families van Venlo. Door de jaren heen heeft dit bijzondere pand heel wat verbouwingen en een oorlog meegemaakt en gelukkig overleeft. In de volksmond wordt het Romerhuis ook wel het postzegelhuisje genoemd, omdat er jaren geleden een postzegelwinkeltje in het pand gevestigd zat. En tegenwoordig staat het ook bekend als chocoladewinkel.